17 december 2025

David Szafran, advocaat, ere-Secretaris-generaal van het IBR, plaatsvervangend rechter bij de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, gastdocent aan de universiteit van Bergen (UMons)-ULB


Inleiding

Dit artikel geeft een overzicht van een aantal geselecteerde kwesties met betrekking tot de technische, boekhoudkundige, fiscale, juridische en gerechtelijke aspecten van blockchain en cryptoactiva.

Het toenemende gebruik van cryptoactiva in tal van economische domeinen vereist een kader om gebruikers, in het bijzonder consumenten, te beschermen en rechtszekerheid te bieden aan ondernemingen die in deze sector actief zijn en hun partners.

De Europese en Belgische regelgeving is geëvolueerd om rekening te houden met deze technologische ontwikkelingen, te beginnen met de uitbreiding van het toepassingsgebied van de Europese richtlijn inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering tot bepaalde aanbieders van cryptoactivadiensten, en de vaststelling van een uitgebreider kader naar aanleiding van de inwerkingtreding op 30 december 2024 van de Europese verordening betreffende cryptoactivamarkten (MiCA)[1].

1. Blockchain en zijn technische aspecten

Blockchain is een gedecentraliseerd openbaar register met versleutelde transacties. Hij is gebaseerd op een netwerkopslagtechnologie van in blokken georganiseerde gegevens, gekenmerkt door transparantie, veiligheid, onveranderlijkheid en toegankelijkheid.

De werking ervan kan bijvoorbeeld worden geïllustreerd aan de hand van Bitcoin of andere virtuele valuta: transacties worden gevalideerd door digitale handtekeningen (private en openbare sleutels) voordat ze worden opgenomen in een blok, dat op zijn beurt wordt gevalideerd door een miningproces “proof of work”. Blockchains kunnen openbaar, privé of hybride zijn, afhankelijk van de mate van decentralisatie.

De toepassingen zijn talrijk: logistiek, gezondheidszorg, audit, voedselketen, eigendoms- of certificeringsregisters, evenals de ontwikkeling van slimme contracten met geautomatiseerde uitvoering (smart contracts), meer bepaald gebaseerd op de virtuele valuta Ethereum.

2. Juridische en regelgevende aspecten

De juridische kwalificatie van cryptoactiva en de daaraan verbonden rechten hangen onder meer af van hun beschrijving op het moment van uitgifte, maar ook van het gebruik ervan in de praktijk. Er bestaan verschillende categorieën van cryptoactiva, gebaseerd op blockchaintechnologie. Onder de fungibele, d.w.z. uitwisselbare, cryptoactiva vallen meer bepaald:

  1. cryptomunten (krachtens de Belgische wet[2] aangemerkt als “virtuele valuta”, of “crypto currencies” in het Engels), zoals Bitcoin of Ethereum;
  2. stabiele waarde-tokens (“stablecoins”), zoals USDT (USD Token) of USDC (USD Coin), gekoppeld aan de Amerikaanse dollar;
  3. digitale financiële tokens (effectentokens of “securities tokens”), met kenmerken van financiële instrumenten (bijvoorbeeld met het recht om te stemmen over de richting van een project of met het recht op een deel van de opbrengsten die door het gefinancierde project worden gegenereerd via de verkoop van tokens), of van beleggingsinstrumenten;
  4. digitale gebruikstokens (“utility tokens”), die hun eigenaar het recht geven om bepaalde goederen of diensten te verwerven; en
  5. gemengde tokens, met zowel beleggings- als gebruikskenmerken.

Niet-fungibele cryptoactiva, d.w.z. uniek en niet uitwisselbaar, worden aangemerkt als niet-fungibele tokens of NFT’s (non-fungible tokens).

Afhankelijk van hun kenmerken en gebruik in de praktijk kunnen bepaalde digitale tokens worden aangemerkt als financiële instrumenten of beleggingsinstrumenten, waardoor de daaruit voortvloeiende regels van toepassing zijn.

Bovendien kunnen cryptoactiva, afhankelijk van hun specifieke kenmerken, naar omstandigheid worden beschouwd als immateriële roerende goederen of als vorderingen.

Het juridische kader is dan ook meer bepaald gebaseerd op de antiwitwaswet, de MiFID-regelgeving, de prospectuswetgeving, de Europese DLT-verordening en de MiCA-verordening. Deze wetgevingen beogen de commercialisering, transparantie en traceerbaarheid van cryptoactiva te reguleren.

3. Boekhoudkundige en fiscale aspecten van cryptoactiva

Cryptoactiva, zoals meer bepaald virtuele valuta en NFT’s, worden gewaardeerd volgens de Belgische boekhoudnormen of, indien van toepassing, volgens de internationale standaarden voor jaarrekeningen (IFRS), zoals: IAS 38 (Immateriële vaste activa), IAS 2 (Voorraden) of IFRS 9 (Financiële instrumenten), afhankelijk van de aard en het gebruik van de activa. Bij gebrek aan een actieve markt wordt de waardering gebaseerd op de historische kostprijs of de laagste waarde tussen kostprijs en realisatiewaarde.

De fiscale behandeling hangt af van de aard van de meerwaarden: bij normaal vermogensbeheer zijn de winsten in beginsel vrijgesteld; bij speculatieve of beroepsmatige activiteiten zijn ze belastbaar.

Bij arrest van 22 oktober 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bovendien de btw-vrijstelling voor de handel in virtuele valuta (cryptomunten) bevestigd.

De Europese DAC8-richtlijn, die in 2026 van toepassing wordt, zal een automatische melding van transacties in cryptoactiva in de hele Unie invoeren, die ook NFT’s omvat. Het doel is om belastingontwijking tegen te gaan en de grensoverschrijdende transparantie te verhogen.

4. Audit, overtredingen en frauderisico's

Een van de inherente risico’s van blockchain, ondanks de transparantie ervan, is dat cryptoactiva kunnen worden gebruikt om illegale geldstromen te verbergen, meer bepaald bij anonimiteit. De belangrijkste risico’s betreffen witwassen, terrorismefinanciering, beleggingsfraude en diefstal van privésleutels.

Autoriteiten zoals de FSMA in België, de ESMA op Europees niveau en de SEC in de Verenigde Staten hebben meer bepaald gewaarschuwd voor platforms die zonder vergunning opereren.

5. Forensische audit en gerechtelijke procedure

In gerechtelijke zaken wordt het onderzoek geleid door het parket om bewijsmateriaal te verzamelen, eventueel aangevuld met een gerechtelijk onderzoek onder leiding van een onderzoeksrechter. Bij huiszoekingen zoeken speurders naar elementen die toegang geven tot digitale portefeuilles (sleutels, herstelzinnen, QR-codes).

Cryptoactiva kunnen in beslag worden genomen op grond van de artikelen 35, 37, 39bis en 88ter van het Wetboek van Strafvordering. Toegang tot de portefeuilles vereist ofwel de schriftelijke toestemming van de verdachte, ofwel een gerechtelijke machtiging.

Het doel van de forensische audit is het traceren van transacties, het vaststellen van verantwoordelijkheden en het bevorderen van de teruggave van goederen aan slachtoffers.

Conclusie

Blockchain en cryptoactiva vormen zowel een belangrijke technologische innovatie als een juridische, boekhoudkundige, fiscale en audituitdaging voor meer bepaald de economische en juridische beroepen.

Het beheersen ervan is essentieel om in te spelen op frauderisico’s, de naleving van regelgeving te waarborgen en de digitale transformatie van ondernemingen te ondersteunen.

------------------------------------------------------

[1] Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937, Publicatieblad van de Europese Unie, L 150, 9 juni 2023, p. 40- 205.

[2] Art. 4, 35 °/1 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.

 

Gerelateerd