1. Audit van de jaarrekening

De opdracht van de bedrijfsrevisor resulteert in het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de jaarrekening, ook attesteringsopdracht genoemd. Het betreft een wettelijke permanente opdracht.

De wet van 2016 verwijst naar het Wetboek van vennootschappen (dat sindsdien het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is geworden - "WVV") om de “wettelijke controle van jaarrekeningen” te definiëren. Volgens het WVV, gaat het  voor vennootschappen, over een controle van de statutaire jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening, voor zover deze controle:

  1. door het recht van de Europese Unie wordt voorgeschreven;
  2. door het Belgisch recht wordt voorgeschreven met betrekking tot kleine vennootschappen;
  3. op vrijwillige basis op verzoek van kleine vennootschappen wordt uitgevoerd, wanneer deze opdracht gepaard gaat met de bekendmaking van het verslag bedoeld in artikel 3:74 of 3:80 ((art. 3:55 WVV), namelijk het commissaris verslag.

Het WVV introduceerde het concept van wettelijke controle van de jaarrekeningen voor verenigingen en stichtingen:  onder "wettelijke controle van de jaarrekening" wordt in deze context verstaan, een controle van de jaarrekening, voor zover deze controle:

  1. door het Belgisch recht wordt voorgeschreven met betrekking tot verenigingen andere dan kleine VZW's of IVZW's;
  2. op vrijwillige basis op verzoek van kleine verenigingen wordt uitgevoerd, wanneer deze opdracht gepaard gaat met de bekendmaking van het commissaris verslag.

Om zijn oordeel tot uitdrukking te brengen, bepaalt de bedrijfsrevisor op basis van zijn risicoanalyse welke controlewerkzaamheden hij moet uitvoeren met betrekking tot de interne controleprocedures van de entiteit en de jaarrekening.

Het oordeel van de bedrijfsrevisor over het getrouw beeld van de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening is gebaseerd op het geheel van controlewerkzaamheden, ook aangeduid als de “audit”, “wettelijke controle van de jaarrekening” of “certificering van de jaarrekening”. Het grootste deel van de audits gebeurt in het kader van het wettelijk mandaat van commissaris en de bedrijfsrevisor wordt dan commissaris genoemd.

Wanneer een entiteit voor dergelijke opdracht een bedrijfsrevisor inschakelt, moet ze de voorwaarden van de opdracht overeenkomen en vastleggen in een opdrachtbevestiging of in een andere geschikte vorm van schriftelijke overeenkomst, die de omvang van zijn opdracht in het kader van de van toepassing zijnde wet vaststelt.

Deze audit die wordt uitgeoefend in bepaalde ondernemingen en organisaties uit de verenigings- en non-profitsector berust op een wettelijke verplichting.  Alle grote ondernemingen, alsook de zeer grote vzw’s en de zeer grote stichtingen, zijn verplicht een commissaris te benoemen om aan de algemene vergadering verslag uit te brengen  over de jaarrekening en desgevallend over de geconsolideerde jaarrekening.

De organisaties die hun jaarrekening laten controleren terwijl ze hiertoe niet wettelijk verplicht zijn, geven hierbij blijk van hun bereidheid tot  transparantie, die van essentieel belang is voor de goede werking van het handelsverkeer, alsook voor het vertrouwen.


Rol van de bedrijfsrevisor ten opzichte van de ondernemingsraad

  • de geloofwaardigheid van de verstrekte informatie te vergroten (bevorderen van de dialoog);
  • een vertrouwensrelatie op te bouwen door zijn onafhankelijkheid ten opzichte van het management;
  • de verstrekte informatie toe te lichten (pedagogische bekwaamheid).

Voor meer details wordt verwezen naar de 24 praktische tips uitgewerkt in de brochure van het IBR:

Brochure ondernemingsraad

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Attestering bij de ondernemingsraad

De opdracht van de bedrijfsrevisor in ondernemingen waar een ondernemingsraad werd opgericht, bestaat erin de getrouwheid en volledigheid te certificeren van de door het bestuursorgaan verstrekte economische en financiële inlichtingen. De bedrijfsrevisor dient een pedagogische rol te vervullen en de dialoog te bevorderen.

Krachtens de wet moeten één of meer bedrijfsrevisoren worden benoemd in elke onderneming waar een ondernemingsraad werd opgericht, met uitzondering van de gesubsidieerde onderwijsinstellingen.

Het ondernemingshoofd is gehouden aan een aantal door wet- en regelgeving (KB) gestelde eisen met betrekking tot de economische en financiële inlichtingen en de tussenkomst van de bedrijfsrevisor wordt geregeld door het Wetboek van vennootschappen en Verenigingen en de Normen betreffende de opdracht van de bedrijfsrevisor bij de ondernemingsraad.

Opdracht van de bedrijfsrevisor

Met betrekking tot de economische en financiële inlichtingen, zijn de taken van het bestuursorgaan enerzijds en van de bedrijfsrevisor ten aanzien van de ondernemingsraad anderzijds, duidelijk omschreven. Beiden moeten de beperkingen van hun bevoegdheden in acht nemen aangezien ze verschillende verantwoordelijkheden dragen.

De opdracht van de bedrijfsrevisor ten opzichte van de ondernemingsraad bestaat erin:

  1. verslag uit te brengen over de jaarrekening en over het jaarverslag;
  2. de getrouwheid en volledigheid te certificeren van de economische en financiële inlichtingen die het bestuursorgaan aan de ondernemingsraad verstrekt;
  3. de betekenis van de economische en financiële inlichtingen ten aanzien van de financiële structuur en de evolutie in de financiële toestand van de vennootschap te verklaren en te ontleden;
  4. indien hij van oordeel is de in het punt 2° bedoelde certificering niet te kunnen afgeven of indien hij leemten vaststelt in de aan de ondernemingsraad verstrekte economische en financiële inlichtingen, het bestuursorgaan daarvan op de hoogte te brengen en, indien deze daaraan geen gevolg geeft binnen de maand die volgt op zijn tussenkomst, op eigen initiatief de ondernemingsraad daarvan in kennis te stellen.