8 december 2020

Deze mededeling vervangt de mededeling van 20 april 2016 (Mededeling 2016/03).

Onderhavige mededeling heeft ten doel verschillende aspecten met betrekking tot de uitoefening van de opdracht in de hoedanigheid van commissaris in erkende organisaties van de civiele maatschappij en erkende institutionele actoren overeenkomstig de Belgische reglementeringen inzake subsidiëring van de niet-gouvernementele samenwerking toe te lichten. Hierbij wordt de nadruk gelegd op bepaalde aspecten die verband houden met de geldende internationale controlestandaarden.

In het licht van de wijzigingen aan het wettelijk en reglementair kader van de afgelopen jaren, werden de stelsels en modelverslagen grondig herzien om rekening te houden met in het bijzonder de bepalingen van het Koninklijk besluit van 11 september 2016 betreffende de niet-gouvernementele samenwerking,met de opheffing van de algemene controlenormen en met de verplichte toepassing van een geschikt normatief kader voor de uitvoering van de opdracht en de opstelling van het verslag.

Lees hieronder de volledige mededeling.

Gerelateerd

Impact van DAC6 op de bedrijfsrevisor en de commissaris

Steven De Blauwe, adviseur juridische zaken IBR

Advies 2021/14: Te nemen maatregelen ingeval een bedrijfsrevisor als commissaris werd benoemd zonder daarvan op de hoogte te zijn gebracht – vervanging van advies 2011/09

De aard van de verbintenis van de commissaris bij de uitoefening van het commissarismandaat

Erwin Vanderstappen, bedrijfsjurist