11 augustus 2009
Artikel 13, § 2 van de gecoördineerde wet van 22 juli 1953 bepaalt:
Het is de bedrijfsrevisor niet toegelaten revisorale opdrachten uit te voeren in de volgende omstandigheden :
De Raad van het Instituut meent dat de bedrijfsrevisor natuurlijke persoon zich tijdelijk verhinderd kan en moet verklaren om revisorale opdrachten uit te voeren wanneer hij zich in één van de voormelde omstandigheden bevindt, en dit uiteraard alleen in deze omstandigheden. Om die reden besliste de Raad ook om in het openbaar register ten aanzien van de bedrijfsrevisoren natuurlijke personen twee luiken te voorzien, namelijk:
Voormelde verhindering zal een aanvang nemen op de dag dat de bedrijfsrevisor natuurlijke persoon zich verhinderd moet verklaren en eindigen op de dag dat de bedrijfsrevisor affirmeert opnieuw revisorale opdrachten te kunnen uitvoeren met naleving van de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Deze melding moet gebeuren gebruikmakend van het elektronisch formulier bestemd om de gegevens waarover het Instituut moet beschikken te actualiseren (registergegevens en sommige dossiergegevens) en dat daartoe op het e-loket van de website van het Instituut is geplaatst.
De gecoördineerde wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor en haar uitvoeringsbesluiten blijven uiteraard toepasselijk op de verhinderde bedrijfsrevisor natuurlijke persoon.
Hierna volgt een niet exhaustieve schets van de verplichtingen die voor alle bedrijfsrevisoren natuurlijke personen gelden:
De bedrijfsrevisor natuurlijke persoon die geen gebruik kan of wenst te maken van het statuut van de “tijdelijke verhindering” zal zijn ontslag moeten aanbieden overeenkomstig de vormvereisten van artikel 17, tweede lid van het erkenningsreglement (K.B. van 30 april 2007).