1 augustus 2016

Overeenkomstig artikel 3, § 1 en § 2 van het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register (erkenningsreglement) moet de aanvraag tot toelating tot de hoedanigheid van bedrijfsrevisor voor een rechtspersoon, ingediend ter uitvoering van artikel 6 van de gecoördineerde wet van 1953, worden gericht aan het Instituut.

De Raad van het Instituut is van mening dat alle aanvragen tot toelating als bedrijfsrevisorenkantoor een dossier met de in voormeld artikel 3 van het erkenningsreglement opgenomen gegevens dienen te bevatten.

Dit dossier bestaat in de praktijk uit een elektronisch formulier “Inschrijvingsaanvraag rechtspersoon”  (beschikbaar op het e-loket van het Instituut, rubriek “formulieren”), waarmee de verschillende gegevens waarover het Instituut moet beschikken worden overgemaakt, aangevuld met de hiernavolgende bescheiden, die per post / e-mail zullen worden overgemaakt:
  • de statuten of, in voorkomend geval, een gelijkwaardige overeenkomst van de rechtspersoon of entiteit (art. 3, § 2, 1° erkenningsreglement);
  • de jaarrekening van de rechtspersoon of entiteit over de laatste vijf boekjaren of sedert haar oprichting zo sindsdien nog geen vijf jaren zijn verlopen (art. 3, § 2, 2° erkenningsreglement);
  • de omschrijving van de activiteiten en de verantwoording of beslissing dat de activiteiten betrekking hebben, of zullen hebben in geval van toelating, op de uitoefening van revisorale opdrachten bedoeld in artikel 4 van de wet en de uitoefening van activiteiten verenigbaar met de hoedanigheid van bedrijfsrevisor (art. 3, § 2, 8° erkenningsreglement);
  • het bewijs van naleving van de voorwaarden opgelegd aan de rechtspersoon of entiteit, aan haar bestuursorgaan, alsook aan haar eigenaars en haar aandeelhouders door artikel 6 van de wet (art. 3, § 2, 9° erkenningsreglement). Dit houdt in dat de meerderheid van de stemrechten in het bezit is van auditkantoren en/of van wettelijke auditors, alsook dat de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan is samengesteld uit auditkantoren en/of wettelijke auditors ;
  • een nauwkeurige omschrijving van de organisatie en de werking van de rechtspersoon of entiteit, de werkmethodes en interne systemen voor kwaliteitscontrole die zij heeft opgezet (art.3, § 2, 10° erkenningsreglement);
  • alle gegevens die toelaten na te gaan of de bepalingen van de artikelen 13 en 14 van de wet (Werkzaamheden uit te voeren, functies uit te oefenen of daden te stellen die onverenigbaar zijn met revisorale opdrachten en de naleving van onafhankelijkheidsregels dienaangaande) worden in acht genomen (art. 3, § 2, 11° erkenningsreglement) ;
  • de lijst van de verbonden entiteiten van het bedrijfsrevisorenkantoor (art. 14, § 3, tweede lid, 2° erkenningsreglement);
  • de lijst van de bedrijfsrevisorenkantoren, auditkantoren (in de EU) en auditorganisaties van derde landen (buiten de EU) waarin het kantoor aandelen of deelbewijzen bezit (art. 14, § 3, tweede lid, 4° erkenningsreglement).

Het bedrijfsrevisorenkantoor zal – overeenkomstig artikel 3, § 4 van het erkenningsreglement – worden ingeschreven in het openbaar register met ingang van de dag waarop de gunstige beslissing door de Raad werd genomen.

Meer informatie over de inschrijving van een bedrijfsrevisorenkantoor in het openbaar register is terug te vinden in Mededeling 2016/01 van het IBR.