5 maart 2024

De wet van 11 augustus 2017 heeft het Boek XX “Insolventie van ondernemingen” in het Wetboek van economisch recht ingevoegd. Deze wet had de verplichting ingevoerd om een bijkomende (mede-)vereffeningsdeskundige aan te stellen bij een insolventieprocedure van een beoefenaar van een vrij beroep (1). 

De wet van 7 juni 2023 betreft de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 en houdende diverse bepalingen inzake insolvabiliteit. Deze wet heeft een aantal wijzigingen aan Boek XX aangebracht, onder meer een terminologische aanpassing aan artikel XX.20: de term “vereffeningsdeskundige” vervangt voortaan het begrip van “insolventiefunctionaris”. 

De mede-vereffeningsdeskundige is een algemeen begrip voor elke beoefenaar van een vrij beroep die hetzelfde beroep uitoefent. Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de medecurator, een curator die verplicht wordt aangesteld in geval van faillissement van een beoefenaar van een vrij beroep (XX.123 WER) en anderzijds de mede-vereffeningsdeskundige die enkel wordt aangesteld als gerechtsmandataris in het kader van een overdracht onder gerechtelijk gezag (art. XX.85 WER). 

De opdracht van de mede-vereffeningsdeskundige zal variëren naargelang van de insolventieprocedure waarin hij wordt aangesteld. Het staat de rechtbank vrij om, waar dit nuttig wordt geacht, in het vonnis waarbij de mede- vereffeningsdeskundige wordt aangesteld, een specifieke taakomschrijving op te nemen. De mede-vereffeningsdeskundige staat de vereffeningsdeskundige bij in de afwikkeling van de insolventieprocedure en verstrekt o.a. advies omtrent de beroepstechnische aspecten en regels die voortvloeien uit de plichtenleer (2).

De medecurator zal in het bijzonder advies verstrekken over de vraag of een voortzetting van de ondernemingsactiviteit aangewezen is en welke formaliteiten moeten worden vervuld om de lopende zaken op een passende wijze op te volgen en desgevallend af te ronden (3). De medecurator zal aan de brieven gericht aan de gefailleerde beoefenaar van een vrij beroep, overeenkomstig artikel XX.143 van het Wetboek voor economisch recht, het meest passende gevolg geven (4). Bovendien mag, sinds de inwerkingtreding van de wet van 7 juni 2023, de medecurator de curator bijstaan in verband met de beroepstechnische en deontologische aspecten van het beroep en de vrijwaring van de vertrouwelijke gegevens verbonden met dit vrij beroep (art. XX.123 WER).

Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren is bevoegd voor het opstellen van lijsten van medevereffeningsdeskundigen (art. XX.20, § 1 WER). In 2018 werden verschillende leden door de Raad van het Instituut aangesteld als mede-vereffeningsdeskundigen. Gezien deze benoemingen al een lange tijd van kracht zijn, wil de Raad van het Instituut een oproep tot kandidaten doen. 

Overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 26 april 2018 tot uitvoering van artikel XX.1, § 1, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht betreffende de toepassing van boek XX van het Wetboek van economisch recht op de beoefenaars van een vrij beroep (hierna “KB van 26 april 2018”), zal de Raad van het Instituut beoordelen of de beoefenaars voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel XX.20, § 1 van het Wetboek van economisch recht en desgevallend artikel XX.123 van hetzelfde Wetboek.

Mocht u hierin interesse hebben, gelieve het IBR op de hoogte te stellen via e-mail jur@ibr-ire.be, met de volgende informatie (5):

  • uw contactgegevens; 
  • de aard van de opdrachten waarvoor u zich kandidaat stelt;
  • één of meerdere rechtsgebieden (6) waarin u een opdracht wenst uit te oefenen;
  • de taal van de dossiers waarin u wenst op te treden.

We nodigen ook de leden uit, die vandaag op de lijst van mede-vereffeningsdeskundigen staan en wensen geschrapt te worden, om dit te communiceren aan het IBR. 

Desgevallend zal deze informatie worden overgemaakt aan het Centraal Register Solvabiliteit dat een openbare lijst zonder persoonlijke gegevens bevat alsook een private lijst die toegankelijk is voor bevoegde personen (rechters, griffiers en curatoren).


-------------------------------------------------

1 Wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen”, in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 11 september 2017; zie ook Mededeling IBR 2018/09, Inwerkingtreding van het Boek XX Insolventie van het Wetboek van economisch recht.

2 Art. 10 van het KB van 26 april 2018.

3 Verslag aan de Koning, voorafgaand aan het K.B. 26 april 2018, BS 27 april 2018, p. 36939.

4 Art. 11 van het KB van 26 april 2018.

5 Art. 9 van het KB van 26 april 2018.7 De rechtsgebieden zijn Brussel, Luik, Bergen, Gent en Antwerpen.

Gerelateerd

Vonnis ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde van 20 december 2022 en de aandacht voor de rechten en verplichtingen “buiten balans” zoals een putoptieovereenkomst

Steven De Blauwe, senior advisor regelgeving IBR

De staat van activa en passiva

Advies 2023/05: Opdracht van de bedrijfsrevisor bij de ontbinding en vereffening van een vennootschap