3 december 2025
Marleen Mannekens, bedrijfsrevisor, ondervoorzitter ICCI
In deel 1 van de bijdrage werd vooral gefocust op de algemene beginselen en de wetshistoriek van Pillar II. In deze bijdrage zal dieper worden ingegaan op de impact van de fiscale bepalingen van Pillar II op de financiële verslaggeving, alsook op de werkzaamheden en het verslag van de commissaris.
Op het vlak van de enkelvoudige jaarrekening en aldus onder toepassing van het Belgisch boekhoudkundig referentiestelsel zullen we naar alle waarschijnlijkheid de zienswijze van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) kunnen verwachten via haar adviezen en zo ook voor de geconsolideerde jaarrekening onder de Belgische boekhoud (consolidatie-) wetgeving.
Met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening onder de International Financial Reporting Standards (IFRS) heeft de International Accounting Standards Board (IASB) op 23 mei 2023 IAS 12 – Income Taxes aangepast. De aanpassingen betreffen een tijdelijke uitzondering[1] op de vereisten om uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen met betrekking tot inkomstenbelastingen van Pijler 2 te erkennen. De wijzigingen introduceerden ook specifieke disclosures voor betrokken entiteiten.
De IASB heeft deze wijziging doorgevoerd om drie redenen. Ten eerste wil men vermijden dat entiteiten actieve en passieve belastingslatenties, zouden moeten berekenen op basis van fiscale wetgeving die nog in volle ontwikkeling is. Dit zou immers leiden tot onzekerheid en inconsistentie in de financiële verslaggeving. Ten tweede wil men een uniforme toepassing van de standaard verzekeren, zodat vergelijkbaarheid tussen entiteiten behouden blijft. Ten derde wil men door specifieke toelichtingen in de jaarrekening op te nemen, toch voldoende transparantie bieden aan gebruikers van de jaarrekeningen.
De wijziging aan IAS 12 bestaat uit twee luiken:
1. Tijdelijke uitzondering op uitgestelde belastingen
Entiteiten mogen geen uitgestelde belastingactiva of -passiva erkennen of toelichten die voortvloeien uit wetgeving die de Pillar Two-regels implementeert. Deze uitzondering geldt voor alle vormen van top-up tax, met inbegrip van de Qualified Domestic Minimum Top-up Tax (QDMTT), de Income Inclusion Rule (IIR) en de Undertaxed Payments Rule (UTPR). De uitzondering is verplicht (IAS 12.4A[2]).
2. Verplichte specifieke toelichtingen
Vanaf boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023 moeten entiteiten expliciet vermelden dat zij de tijdelijke uitzondering toepassen. Daarnaast moeten zij kwalitatieve informatie verstrekken over hun blootstelling aan Pijler Twee -heffingen. Indien beschikbaar of relevant, moeten zij ook kwantitatieve informatie opnemen.
Aldus dienen de betrokken ondernemingen hun interne procedures op het vlak van de informatiestromen aan te passen met het oog op het verstrekken van de aanvullende informatie die vereist is op grond van de wijzigingen en die voorschrijven dat een entiteit bekende of redelijk ingeschatte informatie openbaar maakt, die gebruikers van financiële overzichten moet mogelijk maken om inzicht te verkrijgen in de blootstelling van de entiteit aan inkomstenbelastingen op grond van Pijler 2. De informatie is van kwalitatieve aard en zo mogelijk van kwantitatieve aard. Voor zover die informatie niet bekend of niet op redelijke wijze is in te schatten, moeten entiteiten een verklaring in die zin afleggen en hun voortgang bij het beoordelen van hun blootstelling beschrijven.
1. Uitbreiding van de controleomgeving
De commissaris van de betrokken entiteiten zal moeten rekening houden met bijkomende fiscale rapporteringsverplichtingen die voortvloeien uit de Belgische omzetting van de EU-richtlijn (2022/2523) rond Pijler 2. Dit betekent:
De commissaris zal deze aspecten integreren in zijn risicobeoordeling en zijn auditwerkzaam-heden.
2. impact op de verslaggeving
Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) heeft een ontwerp Bijkomende norm (herziene versie 2025) bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA’s), ontwerp van gecoördineerde versie 28.03.2025 (hierna: “Bijkomende norm V 2025”), bekendgemaakt . In deze versie werd naast andere specifieke actualisaties en aanpassingen ingevolge gewijzigde wetgevingen, ingespeeld op de wijziging in artikel 3:75, § 1, 10°/1 WVV mbt verplicht op te nemen elementen in het commissarisverslag. Dit werd verwerkt onder titel “III.11bis. Vermelding betreffende het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting” hetwelk van toepassing is op vennootschappen die vallen onder art 3:8/1 en 3:8/2 WVV of uiteindelijke moedervennootschap bedoeld in artikel 3:34/1 WVV en aldus verplicht is een verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting op te stellen.
In deze “Bijkomende norm V 2025” worden de aspecten van de verplichtingen in hoofde van de betrokken entiteiten behandeld en de daaraan gerelateerde werkzaamheden van de commissaris.
Het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting wordt opgesteld door het bestuursorgaan van de betrokken vennootschap bedoeld in de artikelen 3:8/1 en 3:8/2 WVV of van de uiteindelijke moedervennootschap bedoeld in artikel 3:34/1 WVV.
Noch de wet, noch ISA 720 (Herzien) vereist dat de commissaris zich uitspreekt over dit verslag. Het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting dient binnen twaalf maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar waarover het verslag wordt opgesteld, te worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. Tegelijk met de neerlegging bij de Nationale Bank van België, moet het bestuursorgaan van de (uiteindelijke moeder)vennootschap het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting publiceren op de website van de vennootschap. Het verslag moet vijf jaar onafgebroken en gratis toegankelijk blijven op de website, behoudens vrijstelling (artikel 3:12/1 en 3:36/1 WVV)
De commissaris dient zich ervan te vergewissen dat dit verslag door het bestuursorgaan werd opgesteld. Hij dient zich er tevens van te vergewissen dat aan de openbaarmakingsverplichting werd voldaan.
Indien de commissaris vaststelt dat dit verslag werd opgesteld en openbaar werd gemaakt, dan dient hij hierover een vermelding op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”.
Indien de commissaris vaststelt dat het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting niet werd opgesteld, dient de commissaris dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien aan de situatie niet wordt verholpen, dient de commissaris in de sectie “Andere vermeldingen” te vermelden dat dit verslag niet werd opgesteld en bijgevolg dat niet werd voldaan aan de openbaarmakingsverplichting. Hij dient dit tevens te vermelden als een inbreuk op de naleving van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen overeenkomstig paragraaf 99 van de Bijkomende norm V 2025.
Indien de commissaris vaststelt dat het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting werd opgesteld maar dat niet werd voldaan aan de openbaarmakingsverplichting, dient hij dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien aan de situatie niet wordt verholpen, dient de commissaris in de sectie “Andere vermeldingen” te vermelden dat het door het bestuursorgaan opgestelde verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting niet openbaar werd gemaakt zoals vereist door artikel 3:12/1 (art. 3:36/1) WVV. Hij dient dit tevens te vermelden als een inbreuk op de naleving van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen overeenkomstig paragraaf 99 van onderhavige norm.
In geval er geen afwijkingen worden vastgesteld zal de commissaris in de Andere vermeldingen onder het luik “Overige door wet en regelgeving gestelde eisen, het volgende kunnen opnemen: “Overeenkomstig artikel 3:8/1 en 3:8/2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is de Vennootschap verplicht om een verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting met betrekking tot het boekjaar dat voorafging aan het boekjaar onder controle op te stellen en openbaar te maken. Wij hebben ons ervan vergewist dat dit verslag werd opgesteld en dat aan de openbaarmakingsverplichting is voldaan.
Federale Overheidsdienst Financiën, website Pillar 2.
Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 98(6) (2024): 353–364 DOI 10.5117/mab.98.136265.
Issue 218 / May 2023 IFRS Developments EY; Amendments to IAS 12: International Tax Reform Pillar Two Model Rules.
Grant Thornton, Navigating the changes to International Reporting Standards, 2025 edition.
PWC Global Implementation of Pillar two: Impact on deferred taxes and financial statement disclosures 12 sep 2023 (updated 27 feb 2025).
Raad IBR, Ontwerp bijkomende norm (herziene versie 2025) bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA’s), ontwerp van gecoördineerde versie 28.03.2025, titel “III.11bis. Vermelding betreffende het verslag inzake informatie over de inkomstenbelasting”.
----------------------
[1] Deze uitzondering opgenomen in IAS 12, is op heden (november 2025), (nog) niet ingetrokken.
[2] IAS 12.4A: “… As an exception to the requirements in this Standard, an entity shall neither recognise nor disclose information about deferred tax assets and liabilities related to Pillar Two income taxes.”